Mijn redacteur heeft me geadviseerd een deel van mijn roman te schrijven vanuit het perspectief van een rechter. Rechters, griffiers, officieren van justitie, ik weet weinig van ze. Maar gelukkig heb ik Suze van twee huizen verderop. Suze is een gepensioneerd advocaat. Afgelopen winter vertelde ik haar over het door mij ontdekte dossier in het Utrechts Archief. ‘Ongelooflijk!’ was haar eerste reactie. En: ‘Wat een verhaal!
Suze praat aan een stuk door. Intussen maak ik aantekeningen. Het is een feest om naar haar te luisteren, maar soms houd ik haar niet meer bij. ‘Kâlm ân, buurvrouw’, zeg ik dan en ik wapper erbij met mijn hand.
Ik begrijp dat er twee soorten rechters zijn: onderzoekrechters en rechters die de zaak inhoudelijk behandelen en een vonnis vellen. Bij ernstige delicten, zoals het delict van mijn hoofdpersoon, treedt de meervoudige kamer in werking. Dat wil zeggen dat drie rechters zich dan over de zaak buigen. Een van hen is de voorzitter, hij leidt de zitting. Zij lezen het door politie en justitie aangereikte dossier, overleggen welke strafbare feiten hebben plaatsgevonden en of er voldoende bewijs in het dossier aanwezig is.
In de rechtszitting ondervragen de rechters de verdachte. Mits er geen pro-formazittingen aan vooraf zijn gegaan -en de laatste jaren zijn die er vaker dan vroeger- treffen beide partijen elkaar nu voor het eerst. Door het stellen van vragen willen de rechters vooral worden bevestigd/ overtuigd in wat ze eerder in het dossier lazen. Is het wel echt zo gebeurd? Heeft de politie niet gechargeerd? Vaak ook wordt informatie aangevuld. De verdachte wordt bijgestaan door een advocaat. Soms zijn er ook getuigen. En uiteraard begint een zitting met de tenlastelegging van de officier van justitie, later gevolgd door zijn of haar requisitoir.
In gedachten formuleer ik vragen die ik ‘mijn rechters’ aan Loenen kan laten stellen.
Na de zitting trekken de rechters zich terug in de raadkamer. Daar proberen ze het eens te worden over een straf. Niets van wat gezegd wordt, komt naar buiten. Een rechter kan de maximale straf opleggen die de wet aangeeft, maar ook minder. Vaak houdt de rechter rekening met de omstandigheden. In het geval van jouw personage, zegt Suze, kan hij zijn gedachten over Bunschoten-Spakenburg laten gaan. Een gesloten gemeenschap in die tijd. Iedereen lette op iedereen en hij zal begrijpen waarom Loenen zijn misdaad heeft verdonkeremaand. De wijzende vinger! De schande!
Soms stelt de rechter vast dat het tenlastegelegde feit niet is bewezen en volgt vrijspraak.
De uitspraak van het vonnis volgt twee weken later.
Wat Suze me verteld heeft, wist ik in grote lijnen, maar nu heb ik alles veel beter op een rijtje. Binnenkort gaan we een zaak bijwonen. Veel moeite hoeven we daar niet voor te doen. We wonen pal naast de rechtbank.
Bedankt, buurvrouw! Ik zal je vaker nodig hebben.