Op een maandagmiddag, terwijl de lucht zwaar en grijs boven de stad hangt, loop ik langs de Amstel op weg naar Maria, mijn redacteur. Ik bereid me op het allerergste voor. ‘Tja, je manuscript… Wat zal ik daarvan zeggen?’ Waarom schrijf ik eigenlijk nog? Voor wie doe ik het? Kan ik er niet beter mee stoppen?
Maria begroet me hartelijk. We nemen plaats aan de keukentafel, waar thee en boterkoek klaarstaan. Naast een vaas met bloemen ligt mijn manuscript. Maria vertelt dat ze weggaat bij de uitgeverij. Ze is benaderd voor een project dat vier jaar in beslag gaat nemen. Shit, ik ga mijn redacteur kwijtraken. Ik feliciteer haar en zeg dat ik onze samenwerking zal missen. Zij ook, zegt ze, maar ja, ‘zo’n kans krijg ik niet gauw meer’.
We beginnen met de bespreking. Niets aan haar houding verraadt dat ze mijn manuscript niks vindt. Ze zegt dat ik de proloog (die ik van plan was weg te laten) juist wel moet schrijven, omdat ik daarmee een interessante laag toevoeg.
En dan … Ik weet niet wat ik hoor: ze vindt het eerste deel goed. Wekenlang heb ik gedacht dat ik het weg kon gooien en zij vindt het goed! Ik zou van vreugde door het keukenplafond kunnen springen. Maar ik laat niks merken. Natuurlijk is het goed, wat zou er verkeerd aan zijn?
Maria laat me zien welke hoofdstukken ik beter kan samenvoegen en legt me uit waarom. In de scènes die ik nog moet schrijven, wijst ze me op een patroon (en dus op herhaling). Ze vindt dat ik sommige bijfiguren beter uit de verf moet laten komen. En ten slotte zegt ze dat ik een aantal keren moet terugkomen op het jeugdtrauma van de hoofdpersoon.
Met het tweede deel heeft ze wel moeite. Daar had ik gelukkig nog maar een paar hoofdstukken van geschreven. Hoewel … toch een derde van het totaal, reken ik in de gauwigheid uit. Wat zou ik ervan vinden deel 2 te schrijven vanuit het perspectief van een rechter? Dan heb ik er meteen nog een laag bij. Ze geeft voorbeelden van hoe ik te werk kan gaan.
Vederlicht loop ik anderhalf uur later langs de Amstel terug naar het station. Een waterig zonnetje is doorgebroken. Lang leve Maria. Ik zal haar missen!